Het gezegde wil dat goede wijn geen krans behoeft. Je kan het ook overdrijven, want Ossip doet zichzelf en zijn werk te kort wanneer hij zegt zich nooit echt in te spannen. Anders geformuleerd: Ossip werkt op intuïtie, iets werkt of iets werkt niet. Zijn werk is daardoor heel persoonlijk en uit duizenden herkenbaar. Zelf beschouwt hij zich “eerder als een soort medium, waarbij alles zo onder mijn handen gebeurt. Het is net tovenarij”. De titel van de tentoonstelling, Magus, lijkt hier ook aan te refereren. Zoals vaker bij Ossip roept de titel verwondering op, want Magus is een door Ossip samengesteld woord.
One-minute pieces
Achterin de galerie hangen de kleinste werken. Veel groter dan 20 bij 20 cm zijn ze niet. Stuk voor stuk zijn het onmiskenbaar werken van Ossip. Licht vervreemdend, humoristisch - een van de werkjes is zelfs gebaseerd op een afbeelding van Magrittes "La trahison des images" (beter bekend als: ceci n’est pas une pipe) - soms morbide.
Deze kleine werkjes noemt Ossip zijn ‘one-minute pieces’. Hij maakt ze in een handomdraai, maar wel in een handomdraai die het resultaat is van decennia kijken en maken. Soms blijft zijn oog bij een afbeelding haken en hij snapt instinctief wat het beeld van hem verlangt. Zo knipte Ossip een paar benen op een krantenfoto voor de helft uit waardoor ze uit het platte vlak komen en er direct een spannend beeld ontstaat.
Zoals gezegd werkt Ossip intuïtief, waardoor veranderingen heel geleidelijk plaatsvinden. Wie echter bekend is met zijn oeuvre zal bij Magus de veranderingen ten opzichte van zijn vorige tentoonstelling direct zien. Maar om aan te geven hoe ingrijpend Ossips werk is veranderd, hangen bij de entree hangen drie collages uit de vroege jaren 80. Ieder bestaan ze uit strakke monochrome vlakken met daaronder een of twee vlakken waarin hele kleine stukjes van woordenboeken en encyclopedieën krioelen. De collages zijn perfect afgewerkt.
Vergeet Photoshop
Net als de one-minute pieces bestaan de andere werken van Magus uit fotografie die door Ossip is bewerkt. Hij duikt zijn bronmateriaal op in kringloopwinkels en op boekenmarkten. De foto’s zijn vaak afkomstig uit vergeten medische handboeken en veilingcatalogi. De beelden zijn vrijwel altijd documentair en dus niet gemaakt om esthetische redenen. De afgebeelde personen zijn onherkenbaar en al lang en breed overleden. Wat je duidelijk ziet is dat de foto’s uit een andere tijd komen.
Niet alleen de gebruikte beelden, maar ook de wijze waarop Ossip ze bewerkt, zou je ambachtelijk kunnen noemen. Vergeet Photoshop of andere fotobewerkingssoftware; het modernste middel dat Ossip gebruikt is een kopieerapparaat, de rest doet hij met een schaar en een decoupeerzaagje. Ossip doet dan ook geen moeite om de sneden te verbergen en de lijmvlekken weg te werken als het werk eenmaal voltooid is. Dat vindt hij niet van belang: de schoonheid zit voor hem in het werk en niet in de afwerking.
Meester van het onvoltooide
Dat zie je ook terug in de talloze middelgrote werken die, net als in Ossips atelier, in grote stellingkasten staan. De mate waarin Ossip deze techniek heeft geperfectioneerd blijkt uit de recente grotere werken als Schloss (2016) en Room (2018). Hiervoor vergrootte de kunstenaar een foto van respectievelijk een stoel en een kast uit en zaagde ze in stukken. Die stukken zette hij op de voor hem kenmerkende stangetjes, waarmee hij de levenloze voorwerpen niet alleen tot leven brengt, maar ze zelfs een spannende en ietwat morbide lading meegeeft.
Juist met dit onvoltooide karakter van zijn werk neemt Ossip stelling tegen de kunstwereld waarin tegenwoordig alleen “gelikte werkjes” die lijken te bestaan die moeten pleasen. Tegelijk maakt het zijn werk, dat bestaat uit documentaire afbeeldingen van anonieme mensen uit een grijs verleden, zeer persoonlijk en herkenbaar.
Bekijk de biografie van Ossip op Gallery Viewer
De documentaire “Ossip - Van vader op zoon” van Anduo Lucia wordt uitgezonden op 21 februari om 23:00 uur op NPO 2.